dinsdag 9 augustus 2022

Rouwproces

Mijn leven is de laatste tijd een rollercoaster aan gevoelens geworden.
Tim zat gedurende 3 maanden in de observatie afdeling van het OPZ en toen we op vakantie waren met de mobilhome kreeg ik in de helft van de week een berichtje van hem: "ik ben naar boven verhuisd en zit nu op kamer 134." Ik antwoordde: "dat is goed nieuws toch hé?" Hij schreef terug : "helemaal niet : ten eerste ben ik het hier helemaal nog niet gewoon en ten tweede krijg ik nog geen therapie"
Wij zouden de zondagavond naar huis komen en ik liet hem weten dat ik maandagmorgen zijn was zou komen halen. 
Die bewuste maandagmorgen reed ik naar Geel en ging naar boven. Daar stond ik voor een gesloten deur. Ik belde aan en er kwam een medewerkster open doen. Zij vroeg wie ik was en zij zei dat ze de mentor van Tim was en ik mocht binnen tot juist achter de deur. Ik zei dat ik zijn was kwam halen en vroeg dat ik niet naar zijn kamer mocht gaan? NEEN dus! Ik mocht daar in een zeteltje wat wachten. 
Tim kwam te voorschijn van achter de hoek als een geslagen hond met zijn waszak in de hand en zijn hemd verkeerd geknoopt... Ik deed zijn knoopjes los en knoopte het hemd goed, laadde de was in mijn zak en gaf de lege waszak mee terug, terwijl ik zei dat ik woensdag op bezoek zou komen. 
Die woensdag belde ik weer aan de gesloten deur. Ik had een zak bij met gewassen en gestreken kleding. Een jong meisje deed open. Ik zei dat ik de was van Tim in de kast kwam leggen. Zij zei : "geef de was maar hier en hij zal die zelf wel in zijn kast leggen. " Ik zei dat hij dat niet kon en dat ik iemand wilde spreken die verantwoordelijk was voor Tim. Zij was een stagiaire.  Zij beet bijna mijn neus af en zei dat ik op zijn kamer NIET mocht komen. Ik steigerde en opperde dat het daar precies een gevangenis was!!!
De verpleegster zaten in vergadering. Ineens kwam daar een verpleger aan die vroeg wat daar aan de hand was. Ik zei weer dat het daar precies een gevangenis was en hij nam me bij mijn schouders en leidde mij tot bij de kamer van Tim. Ik opende de kleerkast en alles was daar precies van ver in gesmeten. Ah ja , hij had dat zelf moeten doen en wist niet waar alles lag. Ik ordende alles en legde de propere was erbij. In de hangkast stond zelfs een paar schoenen die niet van hem waren. Wij gingen daarna met twee naar de cafetaria nadat we die schoenen aan het bureel hadden gezet. 
Na een paar uur gingen we terug naar boven en toen ik voorbij de bureau kwam, beten ze bijna weer mijn neus af: "Jij mag hier NIET komen!" Toen ben ik beginnen wenen en zei weer dat het daar precies een gevangenis was! 
Tot ineens de mentor daar aankwam. Zij nam me mee naar een lokaaltje om te babbelen. Daar heb ik een heel pakje papieren zakdoekjes vol geweend. Zij legde uit waarom ik daar niet mocht komen. Het is voor mijn veiligheid. Daar verblijven ook personen met psychoses. Ik vertelde van die kleerkast en dat hij thuis allemaal stappenplannen heeft en dat in zijn kleerkast alles gemerkt is . Zij ging nu ook die kleerkast op zijn kamer merken. Ze gaan er alles aan doen om hem te leren zelfredzaam te zijn. Maar toen had ik daar geen boodschap aan , het was allemaal veel te plots gegaan en we waren niet voorbereid : zowel Tim niet als ik niet! 
Wenend ben ik naar huis gereden. En 's avonds in mijn bed liepen de tranen nog.
Ik had het aan mijn vriendin laten weten (die op vakantie was). Zij liet mij weten dat ik dit niet alleen moest dragen en dat ik een afspraak moest maken met mijn psychologe. Dat heb ik gedaan en 's anderendaags kon ik bij haar terecht. Ik zei dat er precies een stuk uit mijn lijf gescheurd was en dat het veel pijn deed. 
Zij zei dat ik mocht wenen en dat ik zelfs moest wenen want dat ik in een rouwproces zat.
Ik moest ook alles opschrijven wat ik voor Tim deed en nog doe en ook moest ik foto's nemen van de plakkers in zijn huis : in de kleerkast en in de badkamer.
En dan moest ik aan mezelf gaan denken en alleen maar dingen doen die ik graag doe. 
Nadat ik alles had opgeschreven fotootjes genomen, mailde ik alles door aan zijn mentor. 
's Anderendaags belde zij me op en vroeg waar ze eerst moest mee beginnen... Ik heb een bondgenoot gevonden!
Er is ook al een vergadering geweest met de mentor , de sociale assistente , Tim en ik. Zodat we allemaal op dezelfde lijn zitten. 
Want hij zal nog een lange weg af te leggen hebben : minstens een half jaar en waarschijnlijk langer.